Steeds meer mensen in Nederland krijgen te maken met dementie. Het gaat hierbij om de mensen met dementie zelf, en hun naasten. Maar om hoeveel mensen gaat het? Hoe oud zijn zij? Waar wonen ze en van welke zorg maken zij gebruik? In een nieuwe factsheet van Vektis lees je het antwoord op deze en andere vragen. In 2019 tellen we 250 duizend mensen van 40 jaar en ouder met dementie. Dat komt neer op een kleine 3% van alle 40-plussers. Circa 15 duizend van hen is tussen de 40 en 65 jaar. Dat is 6%. 61% van de mensen met dementie is vrouw. Het merendeel (68%) van de mensen met dementie woont thuis, 32% in een instelling. Van de 170 duizend thuiswonende mensen met dementie is 17% in de loop van het jaar opgenomen in een Wlz-instelling. De zorguitgaven voor de dementiepopulatie nemen toe in de afgelopen 4 jaar, van 8,6 miljard in 2017 naar 10,6 in 2020. Dit komt voor een deel door het toenemende aantal mensen met dementie (225 duizend in 2017, 250 duizend in 2020), maar ook door duurdere verpleeghuiszorg. Een-derde van de mensen met dementie heeft ook hart- en vaatziekten. Peroktober 2021 staan er circa 9.700 mensen met dementie op de wachtlijst (zorgprofiel VV5).
Meeste thuiswonende mensen met dementie in Laren, minste in Almere
Relatief gezien wonen de meeste mensen met dementie in Laren, Wageningen en Bloemendaal. Het gaat om zowel thuiswonenden als mensen in een instelling. Wanneer we alleen kijken naar de mensen met dementie die nog thuiswonen, dan ziet de top 3 er anders uit: het percentage is dan het hoogst in Wassenaar, Laren en Laarbeek. Het laagste percentage thuiswonenden vinden we in Pijnacker-Nootdorp, Buren en Alphen-Chaam.
Stijgende kosten dementie door duurdere verpleeghuiszorg
De zorguitgaven voor de dementiepopulatie nemen toe in de afgelopen 4 jaar, van 8,6 miljard in 2017 naar 10,6 in 2020. Dit komt voor een deel door het toenemende aantal mensen met dementie (225 duizend in 2017, 250 duizend in 2020), maar ook door duurdere verpleeghuiszorg. De grootste toename van uitgaven is te zien voor mensen met dementie die in een instelling wonen.
Circa 170 duizend mensen met dementie die in week 4 van januari 2020 (peildatum) thuis wonen krijgen voor een bedrag van in totaal 4,2 miljard euro zorg. 2,0 miljard is gefinancierd vanuit de Zvw en betreft bijvoorbeeld wijkverpleging en ziekenhuiszorg. De groep thuiswonenden ontvangt ook zorg vanuit de Wlz. Dat komt omdat een deel van de mensen Wlz-zorg thuis ontvangt en een deel van deze groep in 2020 naar een instelling is verhuisd. Hun totale Wlz-uitgaven bedragen 2,2 miljard euro.
Voor mensen met dementie die op de peildatum in een instelling wonen worden relatief weinig zorgkosten vanuit de Zvw gefinancierd. De meeste van hun zorguitgaven gaan via de Wlz: in totaal 6,2 miljard euro voor de hele groep.
27% thuiswonenden met dementie bezoekt SEH
Naast de meer dagelijkse vormen van zorg, kan het gebeuren dat mensen escalatiezorg nodig hebben. Een voorbeeld hiervan is de spoedeisende hulp (SEH) of een opname in het ziekenhuis. Het gebruik van spoedzorg wordt gezien als een indicator voor de kwaliteit van de zorg voor mensen met dementie. Het helemaal voorkomen van spoedzorg is niet mogelijk. Goede organisatie van zorg voor mensen met dementie kan het gebruik van spoedeisende zorg wel verlagen. Ook eerstelijnsverblijf (ELV) is een vorm van escalatiezorg. Dit is kortdurend verblijf in een zorginstelling voor mensen die om een medische reden tijdelijk nog niet of helemaal niet meer thuis kunnen wonen.
Circa 27% van de thuiswonende mensen met dementie is op de spoedeisende hulp geweest, 20% is opgenomen in het ziekenhuis en 4% maakte gebruik van eerstelijnsverblijf.
Grote verschillen gebruik spoedzorg dementienetwerken
In Nederland zijn circa 65 regionale dementienetwerken actief. In deze samenwerkingsverbanden werken professionals met elkaar aan goede zorg en ondersteuning voor mensen met dementie. We keken naar het gebruik van SEH door mensen met dementie, gecorrigeerd voor verschillen tussen netwerken voor leeftijd en geslacht. Als we de gecorrigeerde scores van de netwerken bekijken dan valt op dat er grote verschillen zijn tussen netwerkregio’s.
De 3 regio’s met de minste mensen op de spoedzorg:
- Netwerk Dementie Steenwijkerland
- Netwerk Dementie Zeist
- Netwerk dementie Utrechtse Heuvelrug
En de 3 met de meesten:
• Keten Dementie Zoetermeer
• Stedelijke Keten Dementie Rotterdam SKDR
• Geriatrienetwerk kwetsbare ouderen NWN
34% van de mensen met dementie heeft ook hart- en vaatziekten
Circa 146 duizend (58%) van de mensen met dementie in 2020 heeft naast dementie ook diabetes, hart- en vaatziekten of COPD. De kans is groot dat een deel van deze mensen vasculaire dementie heeft. Bij 1 op de 6 mensen met dementie is vaatschade de hoofdoorzaak. Dit kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een verleden van hart- en vaatziekten. In de figuur zie je welke combinaties van chronische aandoeningen en dementie vaak voorkomen.
Aantal wachtenden in 2021 is afgenomen
In 2021 hebben Zorginstituut Nederland en Zorgverzekeraars Nederland de wijze waarop mensen op een wachtlijst staan - de wachtstatus - vernieuwd. De nieuwe indeling geeft meer inzicht in de wens van de klant, de behoefte aan zorg en de noodzaak van plaatsing. Er zijn vier varianten van de wachtstatus:
- Urgent plaatsen: opname is op (zeer) korte termijn noodzakelijk (opnamenoodzaak).
- Actief plaatsen: opname is binnen 1 of enkele maanden noodzakelijk is (opnamebehoefte).
- Wacht op voorkeur: de cliënt wil opgenomen worden, maar pas als aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan (opnamewens).
- Wacht uit voorzorg: de cliënt kan zich in de thuissituatie prima redden, maar wil wel op een wachtlijst staan bij een voorkeuraanbieder (geen opnamewens).
In oktober 2021 staan er circa 9.700 mensen met dementie op de wachtlijst (zorgprofiel VV5, voor mensen met een ernstige vorm van dementie). Dat zijn er 1.900 minder dan in januari. De daling wordt veroorzaakt door het lagere aantal mensen met een opnamewens (wacht op voorkeur). Het aantal mensen met een opname noodzaak of opnamebehoefte is juist toegenomen.
(bron: Vektis)