Tussen 2015 en 2018 is eenzaamheid onder ouderen stabiel gebleven: een op de tien ouderen 75-plussers was (zeer) eenzaam. Eenzaamheid kwam iets vaker voor in de groep ouderen met een lichamelijke beperking dan in de groep ouderen uit de algemene bevolking. Deze eenzaamheid komt vaak voort uit het beschikken over slechts een beperkt netwerk en – wat minder – uit het gemis van een persoon met wie je een intieme band hebt. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel, in opdracht van het ministerie van VWS. Eenzaamheid wordt vaak onderscheiden in sociale (een te beperkt sociaal netwerk) en emotionele (afwezigheid van een hechte, intieme band) eenzaamheid. In verhouding wordt er iets meer sociale eenzaamheid dan emotionele eenzaamheid gerapporteerd.
Dit rapport geeft een beknopte, eerste verkenning van de metingen van eenzaamheid en maatschappelijke participatie bij ouderen in de algemene bevolking en specifiek bij ouderen met een lichamelijke beperking.
Eenzaamheid stabiel, één op de tien (zeer) sterk eenzaam
De Nivel Participatiemonitor laat over een periode van bijna tien jaar zien dat eenzaamheid altijd aanwezig is geweest en dat de mate van eenzaamheid onder ouderen in deze jaren stabiel is gebleven (van Hees, et al. 2018). De bevindingen in dit rapport sluiten hierop aan. Eén op de tien ouderen was in de periode 2015-2018 (zeer) sterk eenzaam. Ook over de vier gemeten jaren was eenzaamheid stabiel, het percentage (zeer) sterk eenzame ouderen nam niet toe of af tussen 2015 en 2018. In verhouding wordt er iets meer sociale eenzaamheid dan emotionele eenzaamheid gerapporteerd. Zowel sociale als emotionele eenzaamheid is stabiel in de periode 2015-2018, ze verschillen niet veel tussen de verschillende jaren.
Kleine schommelingen op deelgebieden van maatschappelijke participatie
Binnen de zeven deelgebieden van maatschappelijke participatie (gebruik van buurtvoorzieningen; dagelijks buitenshuis komen; gebruik van openbaar vervoer; vrijwilligerswerk; uitgaansgelegenheden bezoeken; activiteiten in verenigingsverband en/of cursussen; contact met vrienden of goede kennissen) zijn er soms (kleine) schommelingen tussen verschillende jaren. De maatschappelijke participatie van ouderen is echter over de hele breedte in de periode 2015-2018 gelijk gebleven. De maatschappelijke participatie van ouderen met een lichamelijke beperking ligt in alle deelgebieden (iets) lager dan de participatie van ouderen uit de algemene bevolking. Daarbij zijn de grootste verschillen tussen beide groepen te zien bij vrijwilligerswerk en dagelijks buitenshuis komen.
Rapport
Download het onderzoeksrapport Monitoring Eén tegen eenzaamheid: eerste verkenning 2015-2018 onder 75 plussers (pdf)