Hoe krijg je als thuiszorgmedewerker een goede samenwerking met cliënten met dementie en hun mantelzorger(s)? De Zuidhollandse Academische werkplaats Dementie onderzocht dit in veertien ‘casestudies’. De onderzoekers kwamen tot een eenvoudige antwoord: achterhaal wat het voor de cliënt en diens mantelzorger(s) betekent om met de dementie te leven; sluit aan bij hun regiebehoeften en manier waarop ze omgaan met problemen en gebeurtenissen, gedachten of gevoelens (copingstijl); spreek af wat je samen wilt bereiken voor de cliënt, wie wat doet, en wie de regie heeft. De werkplaats publiceerde in 2012 het boekje Dementie en Regie, met een verslag van het onderzoek.
Academische Werkplaats Dementie
De Academische Werkplaats Dementie is een samenwerkingsverband tussen thuiszorg De Zellingen, Kenniscentrum Zorginnovatie van de Hogeschool Rotterdam en het Van Kleef Instituut, waarin kennis rond de zorg voor mensen met dementie wordt uitgewisseld tussen praktijk, onderzoek, opleiding en beleid.
Aan het onderzoek hebben veertien thuiswonende cliënten met dementie deelgenomen, en hun mantelzorgers en de betrokken zorgprofessionals van De Zellingen. De cliënten waren tien vrouwen en vier mannen in verschillende fasen van dementie. Zes cliënten woonden alleen en acht woonden samen.
Praktische punten
Het boekje dat het verslag is van het onderzoek, bevat een lijstje met praktische vragen en aandachtspunten.
Concreet vraagt een goede zorgrelatie van de zorgverlener:
- inzicht in de regiebehoefte van de cliënt
- inzicht in diens copingstijl
- herkennen van de betekenis van diens gedrag:
- zo kunnen communiceren dat je de cliënt versterkt/niet ondermijnt;
- begrijpen hoe je de cliënt kunt helpen gevoel van regie over het eigen leven te hebben;
- begrijpen hoe de mantelzorger zijn eigen rol in de zorg ziet en beleeft:
- je eigen oordelen over de situatie beseffen en deze niet laten overheersen;
- kunnen samenwerken met de mantelzorger;
de belasting van de mantelzorger in de gaten houden;
open communicatie met de mantelzorger: kritiekpunten over en weer kunnen bespreken.
Drie typen zorgrelaties
De onderzoekers beschrijven drie typen zorgrelaties: ‘eigen regie behouden’, ‘regie overgeven met passief verzet’ en ‘regie toevertrouwen aan de mantelzorger’. Per type benoemen ze de aandachtspunten voor de thuiszorgmedewerker. (Een samenvatting staat in tabel 4, blz. 52 -53)
Over het onderzoek
Aan het onderzoek deden veertien thuiswonende cliënten van thuiszorginstelling De Zellingen mee. Bij de werving en selectie is gestreefd naar representativiteit, waarbij onder meer gekeken werd naar geslacht, fase van de dementie, leefsituatie en de door de zorgcoördinatoren beleefde moeilijkheidsgraad van de situatie. De cliënten waren tien vrouwen en vier mannen in verschillende fasen van dementie. Zes cliënten woonden alleen en acht woonden samen.
Een casestudie bestond uit een interview met de cliënt, diens mantelzorger en een zorgprofessional plus een korte observatie van een contact tussen de cliënt en de zorgprofessional. Ze werden uitgevoerd door studenten van de Hogeschool Rotterdam, afdeling Gezondheidszorg. ZonMW maakte het onderzoek financieel mogelijk vanuit het programma PreventieKracht Thuiszorg.
Download hier het rapport Dementie en Regie (.pdf).
(Bron: Innovatiekring Dementie)