Met piepende remmen parkeer ik onze witte Fiat voor een hoog hek met daarachter een lange oprijlaan en aan weerszijden grote hoge bomen. Ik ben in een sjieke wijk. Grote huizen, deftige mensen. Er is een alarm binnen gekomen en ik ben dus snel naar de plek gereden waar men op mijn hulp wacht. Ik spring mijn auto uit, pak de benodigde sleutel en loop naar het hoge groene hek welke ik met mijn heup open duw terwijl ik blauwe latex handschoenen uit mijn achterzak haal en om mijn handen laat glijden.
Ik ben eerder op dit adres geweest en weet dus de weg. Achterom langs het zwembad in de tuin en dan een klein paadje langs de rodondenderon. Door de achterdeur om uit te komen in een ruimte waar mijn client meteen om het hoekje in een hoog/laag bed ligt. Ik ruik het al bij binnenkomst. Een ongelukje. Vervelend voor mij maar nog vervelender dan wel genanter voor meneer.
"Hee, jou ken ik" begint hij meteen. "Ja klopt, ik ben ' s nachts een keer geweest"
"Dus je weet hoe het moet." Meneer gaat er vanuit dat ik na 1 keer hier te zijn geweest het allemaal wel weet. Fijn dat ik op zulke momenten op waarde geschat wordt al twijfel ik nu zelf of ik dit klusje alleen kan klaren.
Een zware man, halfzijdig verlamd en dan in je eentje verschonen. Het blijft pittig. Maar ik ga de strijd aan met veel gedraai van de een op de andere zij. En tientallen doekjes die niet meteen uit het pakje willen. Met een hand meneer op de zij houden en met de andere hand proberen alles netjes schoon te maken. En dan nog rekening houden met de katheter die hij ook heeft. Maar het lukt.
"Zoek jij misschien nog een maatje?" vraagt hij als de klus geklaard is en hij weer prinsheerlijk in de kussens ligt. Ik schiet in de lach, " nee hoor, ik heb een huis vol maatjes" maak ik er maar van.
"Jammer" klinkt het vanuit bed.
Ik geef hem een hand. "Zo lekker schoon weer, ik ga verder hoor"
"Zou jij alleen aan mijn dochter willen vragen of zij straks nog komt?"
"Doe ik, ik loop even naar hiernaast"
Doordat ik hier eerder geweest ben, weet ik dat zijn dochter met man en kinderen hiernaast woont. Als ik het pad oploop naar het huis van de dochter, zie ik haar al in de tuin staan leunend op het handvat van een schep. Nadat ik de rododendron voorbij ben zie ik twee huilende kinderen op hun knieën zitten. Er ligt een grindtegel in het zand. Ik kijk vragend naar de moeder van de kinderen. Ze komt dicht naast me staan en zegt "kattenbegrafenis"
Dan doet ze weer een stap opzij. Maar ik wil haar eigenlijk nog wat vragen dus ik doe een stap richting haar. Ze houdt een vinger op haar mond en treurt met haar kinderen mee. Ik durf niks te zeggen. Dus ik wacht maar tot de plechtigheid voorbij is.
En ik denk, die alarmering, wat een bijzondere baan heb ik toch.
---------------------------
Over de autheur: Petra van der Waal
Petra van der Waal verhaalt uit haar werk in de thuiszorg. Petra werkt al jaren in de thuiszorg en heeft daar een boek over geschreven: 'Zorgen doe je zó' (Saam Uitgeverij, 2016). Tegenwoordig werkt zij in de acute en terminale thuiszorg, alleen in de nacht. In 'Thuiszorgtegeltjes' verhaalt Petra uit haar werk, situaties en ontmoetingen.
Zorgen voor mensen thuis is mensenwerk. Werk door mensen, voor mensen. Je komt dagelijks bij mensen thuis en geeft ze de zorg die ze nodig hebben. En achter elke voordeur schuilt een verhaal; een verhaal met een lach en een traan...