Vanuit de visie ‘cliëntgerichte zorg tegen lagere kosten’ heeft Vitras een plan van aanpak ingediend dat uitgaat van 1 indicatiesoort ‘zorg thuis’. Aan deze indicatie is 1 vast weekbudget (euro 212,83) gekoppeld. Alle nieuwe cliënten ontvangen dezelfde indicatie, ongeacht de specifieke zorg- en / of hulpbehoefte. Her-indiceren is dus ook niet meer aan de orde. Dit scheelt zoveel tijd, op verschillende terreinen: tijd die nodig was om de herindicatie in te dienen, wachttijd op de beoordeling en goedkeuring van de herindicatieaanvraag. Wanneer de zorgbehoefte verandert, kan hierop nu gelijk de zorglevering worden aangepast. Goed voor de cliënt, prettig werken voor de zorgverlener.
Behoefte is primair
De zorg- en / of hulpbehoefte wordt binnen Vitras door de wijkverpleegkundige samen met de cliënt in kaart gebracht. 'De huisarts geeft aan ons aan dat zorg nodig is. De wijkverpleegkundige bepaalt hoeveel en hoelang welke zorg nodig is', zegt Patty Terlouw, coördinerend wijkverpleegkundige Bilthoven-Noord. Bij de bepaling van de zorgbehoefte wordt vooral gekeken naar de zelfstandigheid van de cliënt, eventueel ondersteund door zijn mantelzorger. De afspraken over inzet van zorg en ondersteuning worden samengevat in het zelfstandigheidsplan van de cliënt.
Eén weekbudget van € 212,83 per cliënt
Voor alle cliënten in zorg (dus ook de bestaande cliënten) ontvangt Vitras een weekbudget van € 212,83 (voor 2014) per cliënt. Dit weekbudget is gebaseerd op de berekening dat een cliënt van Vitras gemiddeld 3,92 uur per week thuiszorg ontvangt. Het weekbudget is breed besteedbaar, zolang het gericht is op (het ondersteunen van) de zelfstandigheid van de cliënt. ‘Breed besteedbaar’ is ook echt breed besteedbaar. '10 % van het weekbudget mag besteed worden aan de ondersteuning van mantelzorgers en andere niet-cliënt gerelateerde activiteiten, domotica of hulpmiddelen', aldus Geert Stradmeijer, manager De Bilt.
Kunnen leveren wat écht nodig is
Hoe zijn de ervaringen binnen de teams Zorg & Welzijn? Wat gebeurt er als je de kaders van een indicatie weghaalt? Hoe ga je om met de vrijheid om zelf te bepalen welke zorg- en / of hulpverlening nodig is? 'Vroeger hadden we een indicatie, bijvoorbeeld 1,9 uur per week, daar moesten we het mee doen. Nu kijk ik samen met de cliënt wat nodig is en hoe we daarvoor kunnen zorgen', aldus Coralien Merkens, verpleegkundige. Als (tijdelijk) extra zorg nodig is, kan dit ook gelijk en hoeft binnen het experiment geen herindicatie meer aangevraagd te worden. Normaal moest er zelfs voor het toedienen van oogdruppels een herindicatie aangevraagd worden.
Zelfredzaamheidsradar
Om de zelfstandigheid bespreekbaar te maken en in te kunnen schatten, maar ook ontwikkelingen makkelijker te kunnen zien, gebruikt Vitras de zelfredzaamheidsradar. Bij het kiezen van een instrument, is het van belang dat je iets kiest dat bij je past en waar je dus ook echt mee aan de slag gaat. In het team van Patty Terlouw, coördinerend wijkverpleegkundige, wordt de zelfredzaamheidsradar ook gebruikt als instrument om intervisie op een cliënt tijdens het werkoverleg.
Eigen kracht en minder administratie
'Professionals worden door dit experiment weer in hun kracht en professionaliteit gezet. Zij krijgen de ruimte om op basis van hun deskundigheid andere middelen in te zetten dan alleen maar professionele zorg- en hulpverlening', zegt Geert Stradmeijer, manager in De Bilt. 'Maar ook de vrijheid om op basis van hun inschatting de inzet van zorg te vergroten.' Voor Patty Terlouw is het een groot voordeel dat de administratie rondom het zorgproces op de werkvloer in 50 % van de tijd kan tegenwoordig.
Lagere kosten?
De eerste resultaten laten zien dat kwalitatief verbeterde zorg kan worden geleverd met gemiddeld minder uren per cliënt per week dan andere aanbieders. Vitras heeft organisatie breed een gemiddelde van 4,25 à 4,0, waar andere aanbieders in dezelfde regio op een gemiddelde zitten van 5,25 à 5,5. Binnen gemeente De Bilt, één van de experimentgemeentes, valt het gemiddeld aantal uren thuiszorg per cliënt per week binnen het weekbudget van 3,92 uur. Een essentieel gegeven bij de resultaten hierboven is dat een deel van het weekbudget besteed wordt aan de ondersteuning van de mantelzorg en andere niet-cliënt gerelateerde activiteiten. De totaal lagere zorgkosten zijn dus inclusief uren en tijd die normaal buiten dit experiment niet gedekt werden. Uit dit experiment wordt des te meer duidelijk dat het investeren van tijd en zorg in de mantelzorgers, een sterk positief effect hebben op het omlaag brengen van de inzet en hiermee de kosten van de professionele zorg- en hulpverlening.
Leidt dit experiment tot toekomstbestendige zorg?
'Mijn stelling zou zijn om te werken met 3 weekbudgetten, van licht, middel tot zwaar. Met name de zorg aan cliënten in een terminale fase vergt een specifieke bekostiging, de zorguren komen dan boven de 50 uur per week uit. En inderdaad te vertrouwen op het samenspel tussen huisarts en wijkverpleegkundige, dan heb je daarmee eigenlijk een heel mooi systeem, dat werkt en dat weinig extra bureaucratische ballast geeft', zegt bestuurder Dinie van der Linden. 'En misschien kun je zelfs als extra aandachtsveld zeggen dat een deel van je budget ook aantoonbaar ingezet moet worden voor je mantelzorgers.'
Sturen op resultaten, niet op productiviteit
Daarnaast past het sturen op outcome (dus op behaalde zorgresultaten – af te meten aan ontwikkelingen op zelfredzaamheidsradar) veel beter dan sturen op productiviteit. 'Een chronische klacht hoeft tegenwoordig ook niet meer te leiden tot chronische zorg', zegt Dinie van der Linden. Door af te stappen van de indicatie, die een bewijs is geworden van een doorgeslagen gelijkheidsbeginsel, maar te kijken naar welke zorg- en hulpverlening iemand, ongeacht de klacht, echt nodig heeft, is dit gelijk al niet meer aan de orde.
bron:In Voor Zorg